De Embuild Foundation bereidt editie 2025 voor

Sinds 2011 beloont Embuild het maatschappelijk verantwoord ondernemen van bouwbedrijven via zijn stichting van openbaar nut die nu ‘Embuild Foundation’ heet (voorheen bekend onder de naam ‘Aedificas’). De stichting, die tijdens de Covidcrisis haar activiteiten staakte, heeft haar activiteiten in 2024 hervat onder haar nieuwe naam en is al bezig met de voorbereidingen voor de editie van 2025.

De stichting van openbaar nut ‘Aedificas’ werd in 2011 opgericht door de voormalige Confederatie Bouw en de PDOK (Patronale Dienst voor Organisatie en Controle van de bestaanszekerheidsstelsels). De stichting had haar activiteiten gestaakt sinds 2020 en hervatte haar activiteiten in 2024 onder haar nieuwe naam ‘Embuild Foundation’, wat ongetwijfeld de band met onze beroepsorganisatie versterkt.

Prioritaire gebieden
Het basisdoel is om de bouwsector warm te maken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen door – via awards – aangesloten bedrijven te erkennen die externe instellingen actief op sociaal of cultureel gebied heel praktisch helpen of daarmee samenwerken. Volgens Francis Carnoy, algemeen adviseur van Embuild en opdrachthouder bij de stichting, ligt de aanpak volledig in lijn met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN, en meer in het bijzonder met de scope van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en het ESG-beleid, dat betrekking heeft op milieu-, sociale en bestuursnormen. “In eerste instantie vereist MVO een vrijwillige verbintenis van het management, maar de MVO-aanpak zal geleidelijk de naleving van nieuwe regelgeving met zich meebrengen, waarvan de omvang nog moet worden bepaald. MVO zal daarom een essentieel onderdeel blijven van de bedrijfsstrategie en het bedrijfsmanagement, qua financiering, werving, etc. De initiatieven die door de Embuild Foundation worden belicht, wijzen de weg in deze richting, met de nadruk op sociale kwesties. Naast de specifieke projecten wordt ook het algemene ESG-beleid van de kandidaat-bedrijven gewaardeerd door de jury,” benadrukt Francis Carnoy.

Jef Lembrechts, voorzitter van de stichting, bevestigt de 5 prioritaire gebieden: verbetering van welzijn en gezondheid; bestrijding van schooluitval door middel van onderwijs en beroepsopleiding; beroepsherinschakeling en integratie van mensen aan de zelfkant van de maatschappij; instandhouding en opwaar dering van cultureel of architecturaal erfgoed. “De institutionele partners waarmee bouw- en installatiebedrijven samenwerken in het kader van hun maatschappelijke betrokkenheid zijn nu breder gedefinieerd. Naast sociale of culturele vzw’s kunnen ze elke organisatie met een sociaal engagement omvatten, inclusief commerciële bedrijven of overheidsinstellingen,” legt Jef Lembrechts uit. Embuild-leden die een sociaal partnership hebben met een dergelijke organisatie komen daarom in aanmerking voor een award.

Elk jaar beloont de Embuild Foundation vier tandems voor hun inzet voor de samenleving. Voor de editie van 2024 werden twintig projecten ingediend, elk bestaande uit een bouw- of installatiebedrijf en een partner uit het verenigingsleven. De jury van de stichting selecteerde acht genomineerde projecten uit die twintig kanshebbers, waarvan er vier tot winnaar werden uitgeroepen: Renotec (met Avalympics), Klinkenberg (met Life in Color), BESIX Unitec (met De Gemeenschap) en Durabrik (met Toontjeshuizen).

Tijdens een onvergetelijke ceremonie in Grimbergen ontvingen de winnende tandems een cheque van €10.000 en een origineel beeldhouwwerk van de Belgische kunstenaar Bob van der Auwera. En Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild, trots op het succes van de editie 2024, heeft het volgende al duidelijk gemaakt: “In 2025 blijft de Embuild Foundation de maatschappelijke impact van bouw- en installatiebedrijven ondersteunen. Daarom moedig ik jullie aan om mee te doen en jullie projecten aan te melden. Jullie hebben tot september 2025 de tijd, maar de inschrijvingen staan nu al open.” Een nieuwe kunstenaar is al bezig met het ontwerpen van de beeldjes die zullen worden uitgereikt, fluistert Francis Carnoy in ons oor.